De verdeling in begraafklassen werd in 1870 ingevoerd en vormde als zodanig een duidelijke weerspiegeling van de Roermondse samenleving in de 19e eeuw. In 1857-1858 werd de begraafplaats door dr. Pierre Cuypers heringericht en uitgebreid. Op de begraafplaats, met name op het katholieke deel is de lang gangbaar gebleven indeling in begraafklassen herkenbaar. Het klassenstelsel liet het verschil tussen draagkrachtige en minder draagkrachtige Roermondenaren zelfs in de cultus rond de dood duidelijk tot uitdrukking komen. De eerste klasse was gereserveerd voor ‘eeuwigdurende’ graven. De rijkste Roermondenaren lieten zich hier begraven in graven met monumentale opbouw en in imposante grafkelders. Een aparte categorie vormde de Roermondse kermisadel. Vermogende kermisfamilies vestigden zich bij leven in net zo’n grote en imposante huizen als de rijke en adellijke families en dit kwam ook tot uitdrukking op de begraafplaats. Kort bij de hoofdallee waar de Roermondse chique hun rustplaats hadden, liggen een aantal grafkelders en praalgraven waar deze Roermondse (kermis) families begraven zijn. Zij doen niet onder voor de “echte adel”.
John Vaessen, auteur van het naslagwerk “Dood maar niet vergeten” publiceerde een artikel over deze Roermondse families in “magazine voor familiegeschiedenis GEN. Het artikel is te lezen door op de foto’s te klikken.
Bron: Roermondse ‘kermisadel’, auteur John Vaessen in Magazine voor familiegeschiedenis GEN, jaargang 28, nummer 2, juni 2023
Klik hier om het hele artikel als PDF te lezen
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!